Veilig met gas in camper en caravan

Het is juni 2020 en het vakantieseizoen staat op het punt van losbarsten. We hebben al een mooi voorproefje gehad en ook voor de komende maanden voorspellen onze weermannen en –vrouwen een prima zomer. Toch is dit jaar niets hetzelfde. Ondanks de vele versoepelingen in juni en juli, blijven de coronamaatregelen ons raken. Dat maakt het reizen dit jaar toch net iets anders. Waar kunnen we heen en welke voorzieningen zijn er wel en niet aanwezig? Het zijn de belangrijkste vragen van menig vakantievierder. Dat verklaart wellicht de enorme stijging in populariteit van de campers en caravans. Met een camper of caravan ben je flexibel, je hebt je eigen keuken en sanitair én je kunt gaan wanneer je wilt. Een onmisbare component in de camper is gas. In gasflessen. Niet direct iets waar de doorsnee kampeerder ervaring mee heeft. Daarom leggen we in dit artikel uit wat je moet weten over gasflessen en hoe je er veilig gebruik van maakt.

Gas voor huishoudelijk gebruik

Gas in de camper of caravan. Het is een economische en veilige bron van energie en warmte. Je sluit je kooktoestel en eventueel je verwarming er op aan. En wie niet afhankelijk wil zijn van elektriciteit, beschikt vaak ook over een gasboiler en koelkast op gas. De benodigde gasinstallatie voor deze toepassingen moeten in Europa aan strenge NEN-normen voldoen die een veilig gebruik waarborgen. Voor huishoudelijk gebruik zijn twee soorten gas geschikt, te weten propaan en butaan. Beide zijn een onder druk vloeibaar gemaakt petroleumgas en ze hebben nagenoeg dezelfde eigenschappen. Het grote verschil is de temperatuur waarbij het gas van een vloeibare vorm overgaat in damp. Voor propaan is die temperatuur een stuk lager (-42°C) dan voor butaan (0°C). In de praktijk betekent dit dat propaan ook kan worden gebruikt wanneer het vriest en butaan niet. Voor de gebruiker is er verder geen merkbaar verschil en ook voor het omschakelen van de ene soort gas naar de andere zijn geen speciale technische aanpassingen nodig. Autogas (een mengsel van propaan en butaan) is bestemd voor de aandrijving van het voertuig, maar is in principe ook geschikt als brandstof. In Nederland is het echter verboden om zelf autogas te tanken voor huishoudelijk gebruik.

De gasfles: waar moet je op letten?

In veruit de meeste gevallen komt het benodigde gas uit een gasfles. Gasflessen, gekocht en gevuld bij erkende gasleveranciers, zijn in principe veilig. Gas is echter wel een brandstof en net als iedere brandstof, zitten ook aan het gebruik van gas bepaalde risico’s. Ga er verantwoord mee om. Dan vermijd je onveilige situaties en voorkom je schade. Om hiervoor te zorgen, moet je wel weten waar je op moet letten. Een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten:

1. Gebruik alleen goedgekeurde gasflessen

De veiligheidsnormen voor gasflessen zijn zwaar en een gasfles moet dan ook om de 10 jaar opnieuw gekeurd worden. Hiervoor zorgt de gasleverancier. Op de fles zelf is een keurmerk ingeslagen waarop de datum van de eerste keuring en de data van eventuele herkeuringen staan vermeld. De meest recente keuring mag dus niet langer dan 10 jaar geleden zijn. Sommige leveranciers met ISO certificering hanteren een termijn van 15 jaar. Door alleen gebruik te maken van goedgekeurde gasflessen, waarborg je de veiligheid.

2. Plaats de gasfles altijd rechtop en op een goed geventileerde plaats
Een gasfles is gevuld met vloeibaar propaan of butaan. Boven het vloeibare deel zit het gas deel. Dit kan enkel uit de kraan komen als de fles rechtop staat. Ligt de gasfles, dan kan er vloeibaar propaan of butaan uit de kraan komen. Dit is niet alleen schadelijk voor aangesloten apparatuur maar ook gevaarlijk. Het kan een steekvlam veroorzaken of verbrandingsverschijnselen bij huidcontact. Zorg ook altijd voor een goede ventilatie rondom de gasfles, zodat eventueel vrijkomend gas zich niet kan ophopen. Hou er rekening mee dat propaan zwaarder is dan lucht en naar beneden zal zakken. Waar de meeste campers over een speciale gasbun beschikken wordt voor caravans geadviseerd waar mogelijk de gasfles buiten neer te zetten of in ieder geval het vloerrooster van de disselbak geopend te houden. Ook niet aangesloten gasflessen kunnen het beste buiten opgeslagen worden.

3. Controleer de gasslang

Een gasslang moet geschikt zijn voor het soort gas dat gebruikt wordt. Dit staat dan ook op de slang vermeld. Een goedgekeurde slang vermeldt de norm NEN 559/NEN 5654 of NEN 559/NEN 1763 – t t/m 4. Dit zijn de normen voor slangen die geschikt zijn voor het gebruik van propaan en butaan in de dampfase. Bovendien staat het productiejaar en/of het vervangingsjaar van de slang erop. Gebruik geen slangen zonder datum. Vervang een slang na 2 jaar (aangesloten met slangklemmen) of na 5 jaar (met een vaste koppeling). Het is raadzaam daarnaast ieder jaar de gasslang te controleren op slijtage, lekkage, beschadigingen of uitdroging. Controle op lekkage kan eenvoudig met een sopje.

4. Zorg voor de juiste gasdrukregelaar

De druk in een gasfles schommelt, afhankelijk van de temperatuur. Een gasdrukregelaar vergroot of verkleint met behulp van een membraam de doorstroomopening van het gas en zorgt zo voor een constante gasdruk. In principe onderscheiden we twee soorten gasdrukregelaars; een voor 30 mbar en een voor 50 mbar. Op de aangesloten toestellen staat welke gasdruk gebruikt moet worden. Het membraam in de drukregelaar kan uitdrogen en daardoor gaan lekken. Daarom adviseren veel leveranciers de gasdrukregelaar om de 10 jaar te vervangen. Veel veiligheidsregio’s stellen die termijn op 5 jaar.

5. Ga bewust om met de gaskraan

Iedere gasfles is voorzien van een gaskraan die handmatig open en dicht gedraaid kan worden. Lukt het niet met de hand, forceer het dan niet en breng de gasfles terug naar de leverancier. Gebruik nooit gereedschap voor het open of dichtdraaien. Draai de kraan altijd dicht voor het verwisselen van een gasfles en draai hem pas open als alles goed is aangesloten.  Draai na gebruik van de fles de kraan direct dicht. Heb je een camper en wil je tijdens het rijden gas gebruiken, dan is een zgn. crashsensor verplicht. Ook van een lege fles moet de kraan dichtgedraaid worden. Een gasfles is namelijk nooit helemaal leeg, een restje blijft altijd in de fles.

6. Neem geen risico met vuur!

Wellicht ten overvloede: maak geen vuurtje en rook niet in de buurt van de gasfles. Gebruik ook geen vuur om een lek op te sporen. Wil je na aansluiten de gasfles of een koppeling controleren op lekdichtheid, doe dat dan met een zeepsopje. Neem geen risico wanneer er in de buurt een brand is. Draai dan als het (nog) mogelijk is direct de kraan dicht en koel de fles met water. Blijf op veilige afstand en bel de brandweer.

Fijne, veilige, vakantie!

E-book aanvragen

Contacteer een adviseur

Jewagas levert verschillende gassoorten toegespitst op uw bedrijfsproces. Voor vragen bent u bij onze adviseurs aan het juiste adres.

Author avatar
admin
https://www.jewagas.com

Post a comment